Hai ik ga over 6 maanden (half jaar) Emigreren naar Spanje.
Natuurlijk moet ik dan wel Spaanse woordjes kennen en dus maak ik hier voor jullie een klein Spaans lesje.
( de v spreek je uit als een b n de js een g)
1.vivir = wonen.
2.hacer = doen/maken.
3.salir = vertellen.
4.ir = gaan.
5.poner = zetten.
6.jugar = spelen.
7.haber = hebben.
8.comer = eten.
9.beber = drinken.
10.venir = komen.
hopelijk kennen jullie nu 10 Spaanse woordjes!
xoxo (nogsteeds au au)
Chouly au
XXX
Geen opmerkingen:
Een reactie posten